| Met 
          een wichelroedeloper de velden in   Draken 
          in de Vlaamse grond 10/04/2004 Overal 
          in Vlaanderen zijn heidense en christelijke heiligdommen gebouwdop krachtplaatsen, met elkaar verbonden door energetische lijnen.
 Natuurlijke Prozac, zo noemt de wichelroedeloper Cois 
          Geysen
 die meditatieve hotspots.
 ,,Ik 
          sta overal voor open'' en ,,Ik geloof er geen fluit van'', klinkt het 
          een beetje tegenstrijdig uit de mond van de fotograaf Wouter Rawoens 
          als ik hem brief over de missie van vandaag.
 We 
          zijn samen onderweg naar de Kruiskapel in het Oost-Vlaamse Eksaarde. 
          Daar hebben we afgesproken met Cois Geysen. Geysen is een wichelroedeloper 
          en megalietfanaat, en hij is bovendien heilig overtuigd van het bestaan 
          van leylijnen.
 Dat zijn energielijnen die kriskras door het landschap lopen en die 
          plaatselijk
 voor een abnormaal hoge hoeveelheid radioactiviteit zorgen.
 Al 
          tientallen jaren pendelt hij met de wichelroede heel Vlaanderen af opzoek naar leylijnen. Hij schreef er zelfs een boekje over.
 Energievelden en leylijnen in Vlaanderen is een aanstekelijke potpourri 
          van
 geschiedenis, folklore, geologie, esoterie, spiritualiteit en wetenschap, 
          hoewel
 ze het bij Skepp geheid over pseudo-wetenschap zullen hebben. Het boekje 
          geeft
 per Vlaamse provincie ook een overzicht van de interessantste energieplaatsen
 en -lijnen. Zelfs als je geen sikkepit gelooft van occulte of andere
 new-agetoestanden, is het een leuk uitgangspunt om de heimat eens
 op een onverwachte manier te herontdekken. Vlaanderen mysterieland, 
          zoiets.
 Leylijnen 
          zijn, zegt Cois Geysen, over de hele wereld bekend. De Australische 
          aboriginals noemen ze droomwegen , in Ierland hebben ze het over elfwegen 
          en in
 China zijn het drakenpaden . De term leylijn is een uitvinding van de 
          Britse
 zakenman Alfred Watkins. Hij maakte rond 1920 ritjes te paard door de 
          heuvels
 van Herefordshire in Engeland. Het viel hem op dat veel prehistorische,
 Romeinse en vroeg-christelijke bouwwerken op één rechte 
          lijn lagen. Hij noemde
 die lijnen leylijnen , omdat ze vaak door dorpen of plaatsen liepen 
          waarvan de naam
 op -ley eindigt. Dat Keltische achtervoegsel betekent gewoon ,,woonplaats'' 
          of
 ,,huis'',het komt overeen met de -hem , -heem of
 -hove in oude Vlaamse plaatsnamen als Hemiksem en Bavikhove.
 
 | 
     
      |  | 
     
      | De ontdekking van Watkins leidde tot de oprichting van de Old straight 
          track club ,
 een heerlijke naam voor een ongetwijfeld heerlijk excentriek gezelschap, 
          dat met
 behulp van geografische kaarten en veldwerk Engeland uitkamde op zoek 
          naar leylijnen.
 Watkins 
          ging ervan uit dat die prehistorische lijnen de eerste door mensen gemaakte 
          verbindingswegen waren. Pas na zijn dood werden andere, fantastischer 
          theorieën geformuleerd. Arthur Lawton, een ander lid van de Old 
          straight track club , opperde dat de leylijnen krachtlijnen waren die je met een wichelroede kon waarnemen.
 Aan het eind van de jaren 1950, in volle ufo-hysterie, vermoedde de 
          R.A.F.-piloot
 Tony Wedd een verband tussen de ,,magnetische krachten'' van leylijnen 
          en de
 veelvuldige waarnemingen van lichtverschijnselen en andere ongeïdentificeerde
 vliegende voorwerpen. En op het einde van de jaren 1960 (niet voor niets 
          the dawning
 of the age of Aquarius ) beweerden occultisten dat het lijnpatroon een 
          natuurlijk energetisch netwerk van Moeder Aarde was. Acupunctuurlijnen 
          of feng shui op reuzenformaat, zeg maar. Daarmee konden de orthodoxe 
          archeologen inpakken:
 sindsdien zijn de leylijnen de speeltuin van de neohippies, de wicca's 
          en de wichelroedelopers.
 Toch 
          heeft Cois Geysen eerst en vooral een rationeel klinkende verklaring 
          voor het fenomeen van de leylijnen. Volgens hem zijn de lijnen het resultaat 
          van geologische breuklijnen in de aardkorst. Omdat het gesteente op 
          die plaatsen diep onder de grond opengescheurd is, laat de aarde er 
          abnormaal veel radioactieve straling door.
 Tot hier toe klinkt alles normaal.
 De 
          rest van de theorie doet waarschijnlijk meer wenkbrauwen fronsen. Volgens Geysen, die als jongetje gefascineerd was door de pendel van 
          professor
 Zonnebloem en door een prentje van een dolmen op een chocoladewikkel, 
          hebben
 onze verre voorouders die aardstralen intuïtief aangevoeld en zelfs 
          voor religieuze doeleinden gebruikt. De energierijkste plaatsen -- meestal 
          kruispunten van
 energiebanen -- werden gemarkeerd met menhirs en steenkringen. Soms 
          werd
 de aardstraling ook opgevangen en gekanaliseerd met behulp van een dolmen.
 De dolmen hield de energie vast en deed dienst als een soort
 van bewustzijnsverruimende meditatieplek.
 Het 
          christendom nam de meeste heidense heiligdommen en gebruiken in aangepaste 
          vorm over. Zo werden heel wat kapellen en kerken gebouwd boven op of 
          naast
 heilige stenen en bronnen. Vaak werden heidense heiligdommen op hooggelegen
 plaatsen vervangen door kapellen of kerken gewijd aan Sint-Michiel,
 Sint-Joris of Sint-Hermes. De core business van die sinten was het afslachten
 van draken. De draak, in het oosten geassocieerd met energielijnen, 
          was het
 kwaad en moest dus overwonnen worden. In heilige bomen werden
 dan weer Mariakapelletjes gehangen: de Mariaverering is het roomse antwoord
 op de aanbidding van heidense moedergodinnen. En allerlei voorchristelijke
 gebruiken werden gekerstend.
 Veel 
          van die oeroude gebruiken zijn vandaag nog springlevend. Beroemdeommegangen zoals die van Hakendover zijn bijvoorbeeld restanten van 
          heidense vruchtbaarheidsrituelen rond de akkers. In Poperinge staat 
          zelfs nog een
 voddenboom : het Ons-Heerenboompje is een meidoornstruik waaraan gelovigen 
          kledingstukken van zieke mensen hangen in de hoop op goddelijke genezing.
 | 
     
      | De Kruiskapel van Eksaarde, ook wel ,,de verre kapel'' genoemd, is volgens
 Geysen een prima voorbeeld van een gekerstend heidens heiligdom. Links 
          voor de
 kapel is er een ,heilige put'', een overblijfsel van een voorchristelijke 
          bronnencultus.
 In 
          langvervlogen tijden werden in dit soort van putten offers gegooid --beeldjes 
          van de moedergodin, bijvoorbeeld. Verschillende van die beeldjes
 werden later door christenen gevonden en als miraculeuze Mariabeelden 
          vereerd.
 Het beroemdste voorbeeld is Notre-Dame-sous-Terre, de zwarte Madonna 
          in de
 kathedraal van Chartres.
 Aan 
          de bron bij de Kruiskapel werd geen moedergodin gevonden. In 1317 kwamen 
          bij het ploegen wel twee miraculeuze kruisen naar boven. Volgens de 
          legende zijn ze
 gemaakt van een metaallegering met een totaal onbekende samenstelling. 
          Een van de
 kruisen begon zelfs te bloeden toen een landbouwer het bij het spitten 
          raakte -- de ,,wonde'' zou tot op vandaag te zien zijn. Na veel wonderlijke 
          omzwervingen kwam
 één kruis in de kerk van Eksaarde terecht, het ander in 
          de Kruiskapel.
 | 
     
      | En daar staat Cois Geysen ons op te wachten. Samen met een compagnon 
          stapt hij
 met de wichelroede in de handen -- het terrein rond de kapel af. Bij 
          onze
 kennismaking blijkt de andere man geen kennis van Geysen, maar een toevallige 
          passant
 te zijn. Op de website van Geysen ( www.geocities.com/open--mind--be 
          ) heeft hij iets gelezen over de energetische eigenschappen van de Kruiskapel, 
          en nu komt hij het
 terrein zelf afpendelen.
 Geysen 
          straalt, en dat is duidelijk niet het gevolg van plaatselijk verhoogde 
          radioactiviteit. ,,Een merkwaardig toeval'', zegt hij. Vanuit mijn ooghoeken 
          zie ik
 hoe Wouter Rawoens met moeite een sceptische grijns onderdrukt.
 Even 
          later mogen we het zelf proberen. We krijgen allebei een wichelroede 
          in de hand geduwd. Niet de bekende V-vormige wichelroede die de ervaren
 radiësthesist gebruikt, maar een hoekwichelroede, ook weleens allemansroede
 genoemd. De allemansroede bestaat uit twee L-vormige staafjes, die elkaar 
          kruisen
 als je boven datgene komt waarnaar je zoekt. De clou van het wichelen 
          is dat de
 wichelaar dat waarnaar hij zoekt -- water, ondergrondse holten, magnetisme,
 leylijnen zo goed mogelijk voor de geest haalt. Het is immers je onderbewuste 
          dat
 het doelwit opspoort. Zo visualiseren sommige wichelroedelopers een 
          leylijn als een
 zilveren of zijden energiedraad.
 De 
          Kruiskapel is volgens Geysen een energetisch centrum dat op een leylijn 
          ligt, maar voor beginners als wij is dat een brug te ver. Wij gaan met de 
          pendel op
 zoek naar water, meer bepaald naar de ondergrondse waterstroompjes die 
          de
 bron voeden. Rondstappend denken we aan water, water, water. De eerste 
          minuten
 blijven de staafjes onbeweeglijk recht vooruit staan. Op een bepaald 
          moment
 stappen Wouter Rawoens en ik naar elkaar toe. De staafjes van onze allemansroede
 slaan bijna op hetzelfde moment en op dezelfde plaats dicht. Een mond 
          valt open.
 Herhaalde 
          pogingen leveren hetzelfde resultaat op. De scepsis brokkelt af. ,,Het is ongelooflijk, maar het werkt'', verklaart onze fotograaf. ,,Maar 
          van die visualisatietoestanden geloof ik geen snars. Hoe zou mijn onderbewuste 
          nu weten
 waar er water onder de grond zit?'' Cois Geysen lacht eens en hij beantwoordt
 minzaam onze vragen. Uit uw boek leer ik dat er in Vlaanderen maar heel 
          weinig
 megalieten, 
          ,,reuzenstenen'' als menhirs en dolmens, bewaard zijn. Of hebben
 we er nooit veel gehad?
 Cois 
          Geysen: ,,Toch wel, maar de meeste zijn vroeg of laat afgebroken. Soms 
          vindje nog stukken terug, maar dan geïncorporeerd in een christelijk 
          bouwwerk.
 Vaak moet je al heel goed kijken om die oude stenen terug te vinden. 
          Aan de ingang
 van de Sint-Trudokerk in Peer vind je onder de steunberen van het koor 
          de twee
 'druïdieke stenen': mogelijk restanten van een prehistorische steencirkel.
 Jammer genoeg zie je vaak alleen nog aan de plaatsnaam dat er ooit megalieten
 moeten hebben gestaan.''
 | 
     
      | De 
          kapel van Onze-Lieve-Vrouwe-ten-Steen in Grimde, bijvoorbeeld.  Geysen: 
          ,,Ja, dat is tussen Tienen en Hakendover, ook weer een krachtige energetische leylijn. De kapel in Grimde is duidelijk gebouwd in het 
          midden van een steenkring. Net als bij andere megalitische bouwwerken 
          was ook daar sprake van
 'genezende krachten'. In de jaren 1980 kon je er nog twee menhirs zien. 
          Eén was afgebroken en stond langs de achterkant van de kapel, 
          de andere was al los en
 steunde tegen een buitenmuur. Toen ik midden jaren 1990 terugkeerde, 
          waren
 de kapel en het pleintje eromheen gerenoveerd. De menhirs waren verdwenen.
 Het gebrek aan chauvinisme is hemeltergend: wij hebben geen greintje 
          respect
 voor het erfgoed.''
 | 
     
      | Ook rond de abdij van Postel in Antwerpen heeft ooit een steenkring 
          gestaan.
 Geysen: 
          ,,Er staat daar nog één kleine menhir die ze de steen 
          der zeven heerlijkheden noemen. Vlakbij is een energetische lijn die door de abdij 
          en langs
 de Heksenberg in de richting van een plaats loopt die de witte kei wordt 
          genoemd.
 Zowel de menhir als de Heksenberg wordt in verband gebracht met alvermannetjes.
 Maar van de witte kei of de rest van de steenkring is geen spoor meer.'
   
   | 
     
      | Het 
          sterkste verhaal uit uw boek is dat van de steenkring in Diepenbeek. 
           Geysen: 
          ,,Diepenbeek heeft een rijk megalitisch verleden. Je hebt daar tal van plaats- en straatnamen die verwijzen naar een oude 
          stenencultus
 en naar heidense tradities: Tombestraat, Tombeveld, Tombeveldbos, Dodenstraat, 
          Kruisstraat, Hellestraat. Hellestraten, ook weleens dood- of lijkwegen 
          genoemd,
 komen in heel West-Europa voor. Het zijn bijna altijd heel oude, rechte 
          wegen,
 waarover de overledenen van de kerk naar het kerkhof werden gedragen. 
          De mensen
 dachten vroeger dat je die paden niet mocht verlaten, omdat de geesten 
          van de afgestorvenen er nog rondspookten.
 Ook 
          Vlaanderen heeft een aantal Helle- of Hollestraten. Ze volgen de richting 
          van eenleylijn of lopen ernaartoe. En meestal liggen ze ook noord-zuid georiënteerd.
 Misschien houdt de naam verband met de Germaanse godin Hella of Holle, 
          de godin van
 het noorden die de doden naar de onderwereld begeleidde. En vandaar 
          komt misschien
 ook de benaming hel . Wat voor de heidense culturen Moeder Aarde was, 
          werd door het christendom negatief geïnterpreteerd. Alles wat met 
          de heidense tradities te maken had, kreeg een negatieve connotatie. 
          Daarom worden veel megalieten ook duivelsstenen of hellestenen genoemd.''
 | 
     
      | Maar we hadden het over Diepenbeek.
 Geysen: 
          ,,In Diepenbeek werd in 1860 een eerste steencirkel opgegraven in het 
          Kapelveld: een dolmen die omringd was door een steenkring en die bereikt 
          werd via
 een dubbele rij stenen. Die stenen moesten plaatsmaken voor landbouwgrond: 
          ze zijn weggevoerd of in de grond bedolven. In de tuin van het Koninklijk 
          atheneum van
 Hasselt staan er nog een paar. Een van de grootste stenen staat tegen 
          de gevel en
 draagt de namen van oud-leerlingen die
 in de Eerste Wereldoorlog zijn gesneuveld.
 Een 
          kilometer meer naar het oosten is een tweede megalietencomplex opgegraven,in het zogenaamde Tombeveld. Waarschijnlijk ging het weer om een tumulus,
 een heuvel waarin een dolmen zat, omringd door een stenenkring. Een 
          derde vondst
 dateert van 1979, aan de Kruisveldstraat, op een plek die in de volksmond 
          het Steentje
 heet. De heemkundige kring groef er op aanwijzen van een wichelroedeloper
 een kring van ijzerzandstenen menhirs op, van ongeveer een meter hoog.''
 En 
          met die derde steenkring is het weer grondig misgelopen?  Geysen: 
          ,,Het is een schande. Eerst waren er plannen om de boel te restaurerenen voor het toerisme toegankelijk te maken. Maar twee jaar later waren 
          de
 megalieten al door onkruid overwoekerd en nog nauwelijks te vinden. 
          Vandaag zijn ze helemaal verdwenen. Er staat alleen nog een bordje dat 
          naar de vondst verwijst.
 Volgens mensen in de buurt zijn een paar stenen in plaatselijke voortuintjes
 terechtgekomen. Ik heb aangebeld bij een man die een megaliet in de 
          tuin
 had staan, maar die kwam zogezegd van ergens anders.
 Maar hij bleek wel de aannemer die de graafwerken had gedaan. Tja... 
          De rest
 van de stenen is in het beste geval -- dat hoop ik ten minste -- weer 
          ondergegraven.''
 Waarom?
 
 | 
     
      |  | 
     
      | Geysen: ,,Naar het schijnt, trok de steenkring new agers van allerlei 
          pluimage aan.
 Die hebben 
          het vooral tijdens de heidense jaarrituelen te bont gemaakt.
 Dat was er voor de huidige burgemeester, die ook de eigenaar van die 
          grond is,
 te veel aan.''
 Het 
          vestimentaire fatsoen sneuvelt wel vaker in heidense rituelen. Geysen: ,,Die rituelen draaien vaak rond vruchtbaarheid. Van de stenen 
          in Carnac
 wordt bijvoorbeeld gezegd dat ze de vruchtbaarheid bevorderen. Kinderloze 
          vrouwen drukken zich nog altijd met gespreide benen tegen de megalieten 
          aan. Elders in
 Bretagne, in Kerloas, staat een menhir van net geen tien meter. Hij 
          staat bekend als fallussymbool en wordt nog regelmatig door jonge vrouwen 
          bezocht. Ook in India en
 Ethiopië staan menhirs die als fallussymbool worden gebruikt. Uit 
          de overlevering
 weten we dat soortgelijke rituelen ook bij Belgische megalieten plaatsvonden.''
 | 
     
      | Volgens u zijn de leylijnen de sleutel tot het raadsel van de ufo's.
 Geysen: 
          ,,De lichtverschijnselen hebben in elk geval iets met de geologische 
          gesteldheid van de ondergrond te maken, meer bepaald met breuklijnen 
          en seismische activiteit. In het begin van de twintigste eeuw hebben 
          tientallen getuigen in
 Wales op verschillende plaatsen lichtbollen en lichtzuilen waargenomen: 
          boven de
 kapel van Egryn, tussen de dolmens van Dyffryn en boven de kapel van 
          Llanfair.
 Al die plaatsen liggen op een leylijn, meer bepaald op de Mochreas-breuk,
 een ondergrondse breuklijn. Een jaar na de meldingen werd de streek 
          getroffen
 door een zware aardbeving.
 | 
     
      | 
 In 
          de Rielenkapel in Lichtaart leeft die traditie voort.  Geysen: 
          ,,De Rielenkapel zet inderdaad een oude vruchtbaarheidstraditie voort.De kapel was gewijd aan de Onze-Lieve-Vrouwe-van-Geboorte. De bakstenen 
          muur
 zit vol met groepjes van telkens negen inkervingen. Dat zijn sporen 
          van de novenen, negendaagse gebedsrituelen, die vrouwen houden om een 
          goede bevalling te krijgen.''
 Over 
          Lichtaart gesproken: volgens u kan die plaatsnaam, net als Lichtervelde, 
          verwijzen naar lichtverschijnselen in een ver verleden.
 Geysen: 
          ,,Mysterieuze lichtverschijnselen duiken in de ontstaansgeschiedenis 
          van verschillende Vlaamse kapellen op. In Vlaams-Brabant werd de kapel 
          van Sterrenborn, een samentrekking van ster en bron , gebouwd omdat een lichtende ster 
          daar een straal
 liet neervallen. Eenzelfde verhaal bestaat over de abdij van Munsterbilzen 
          in Limburg. Volgens de overlevering werd de eerste kapel daar in 670 
          gebouwd nadat de heilige Landrada een lichtend kruis aan de hemel had 
          gezien. De abdij van Aduard in Groningen,
 het beroemde hunebed in het Noord-Nederlandse Loon, het Portugese bedevaartsoord 
          Fatima, dolmens in Engeland,
 het Apache-heiligdom Marfa in Texas, de Chinese drakenpaden: boven al 
          die
 plaatsen zijn er lichtbollen, vurige wielen of kleurstralen gezien. 
          En stuk voor stuk
 liggen die plaatsen
 op sterk energetische kruisingen van verschillende leylijnen.''
 
 
   | 
     
      |  
          Het hunebed van 
            Loon en de andere Nederlandse hunebedden werden dan weer opgetrokken op de Hondsrug, een kilometerslange verhoging in het landschap 
            met energetische eigenschappen. En de aardschok in Roermond van 1992, 
            die in heel België
 en Nederland te voelen was, werd voorafgegaan door een groot aantal
 ufo-waarnemingen in 1990 
            en 1991.''
 
 | 
     
      | En 
          wat is de verklaring?  Geysen: 
          ,,Het is bekend dat aardschokken soms voorafgegaan worden door ofgepaard gaan met onverklaarbare lichtverschijnselen. Dat heeft waarschijnlijk 
          te
 maken met de elektrische eigenschappen van sommige mineraalhoudende 
          gesteenten
 of aardlagen. Vooral kwarts, een mineraal dat je ook vaak in megalieten
 terugvindt, speelt een belangrijke rol bij die fenomenen. Kwartskristallen 
          kunnen
 een elektrische ontlading veroorzaken als ze onder druk komen te staan.
 Dat zou die lichtfenomenen kunnen verklaren.
 Tijdens onderzoek naar die lichtbollen is in elk geval ook gemeten dat 
          het magnetisch
 veld van de aarde duidelijk veranderde.''
 Die 
          elektromagnetische velden zouden meteen verklaren waarom energieveldenen -lijnen een bewustzijnsverruimend effect hebben. Wordt het hoe langer,
 hoe gekker?
 Geysen: 
          ,,Het is een theorie van de Canadese neuropsycholoog Michael Persinger,een hoogleraar aan de universiteit van Ontario. Die stelde vast dat
 elektromagnetische velden de slaaplobben in de hersenen beïnvloeden 
          en
 het bewustzijn veranderen. Daarom doen hallucinaties of paranormale 
          ervaringen
 zich vaak op die breuklijnen voor, zegt hij. Zo gek
 is het dus niet dat prehistorische ingewijden net die energieplaatsen 
          opzochten voor
 hun religieuze bouwwerken en rituelen.''
 Gebruikt 
          u die krachtplaatsen zelf ook op die manier?  Geysen: 
          ,,Sommige plaatsen nodigen echt uit tot meditatie. Als ik me moe of 
          futloos voel, dan ga ik graag naar de kerk van Millegem. Ik woon er 
          niet ver vandaan
 en het is een van  
          de meest energetische plaatsen van Antwerpen.
 Als ik daar een halfuurtje met mijn rug
 tegen een muur ga zitten mediteren, dan voel ik me een ander mens.
 In kleine dosissen heeft de straling een weldadig effect.
 Ik noem het weleens natuurlijke Prozac.''
 Maar 
          bouwen op zo'n plek vindt u blijkbaar een heel slecht idee.  Geysen: 
          ,,Op dat punt waren de mensen vijfduizend jaar geleden veel slimmer.Onze verre voorvaderen waren nooit op zo'n plek gaan wonen: de heiligdommen
 lagen buiten de woongemeenschappen. Nadat de heiligdommen gekerstend 
          waren,
 zijn de mensen vaak wel onder de kerktoren gaan wonen,
 soms boven op een energieplaats.
 In 
          Vlaanderen bedraagt de natuurlijke radioactieve straling gemiddeld ongeveer veertig becquerel. In de Ardennen, waar het gesteente dichter 
          onder
 de bodem zit, is dat zo'n honderd becquerel. Boven een leylijn loopt 
          dat
 gemakkelijk op tot vijfhonderd becquerel.
 Het is niet gezond om tientallen jaren op zo'n locatie te wonen. Mensen 
          worden
 overspannen, krijgen slaapproblemen en -- maar dat durf ik bijna niet 
          te zeggen --
 de kans op kanker stijgt.''
 U 
          verdient de kost als bouwbioloog. Wat doet zo iemand?  Geysen: 
          ,,Ik begeleid mensen die op een gezonde manier willen bouwen: op de 
          juiste plaats en met gezonde materialen. Die vijfhonderd becquerel waarover
 ik het net had, is veel. Maar tegenwoordig meet je zo'n straling ook 
          in huizen die
 op een gezonde plaats zijn gebouwd. Dat is de optelsom van alle rotzooi 
          die in de
 bouw wordt gebruikt.
 Neem 
          het klassieke pleister. Pleister is vaak een afvalproduct van defosfaatverwerkende industrie, die uit fosfaaterts kunstmest maakt.
 Het bijproduct is een poeder dat wordt gebruikt om pleister te maken.
 Maar dat poeder bevat ook radium, dat als vervalproduct het gas radon 
          afgeeft.
 Smeer dat op je muren, en je geigerteller zal het zeker meten. In Duitsland,
 Frankrijk en Luxemburg is het goedje verboden, maar bij ons niet. En 
          dan zwijg
 ik nog van de vliegas die in beton wordt gebruikt en van de chemische 
          troep
 in vezelplaten en behandeld hout. In een nieuwbouw zit maar weinig gezonds 
          meer.''
 Cois 
          Geysen organiseert daguitstappen naar krachtplaatsen en leylijnen in 
          Limburg (17 april), Vlaams-Brabant (18 april), Antwerpen (5 juni) en Oost-Vlaanderen 
          (6 juni).
 Zo'n dag kost 32 euro inclusief vervoer, routebeschrijving en wichelroede.
 03-236.30.79
 of www.geocities.com/open--mind--be
 
 Bron: http://www.sip.be/godsdienst/themissinglink/krantenart/allerlei/wichelroedeloper.doc
 |